ABVV Senioren solidair met werknemers Audi

25 september 2024  - Actualiteit  - Senioren
Image
Steunfoto Audi

De ABVV Senioren zijn solidair met de werknemers bij Audi en bij de onderaannemingen. Voorzitter Raymond Smeulders weet hoe het is om weerwerk te bieden tegen een vluchtende industrie. Ter ere van dit verzet delen we zijn ‘Rood Roest Niet’ artikel uit 2017.  

Rood Roest Niet: Raymond Smeulders 
"We hebben alles gedaan, wat we konden"

27 februari 1997, de sluiting van Renault België werd aangekondigd. Voor de syndicale delegatie van Renault België, kwam het nieuws als een mokerslag. Raymond Smeulders, toen hoofddelegee, voerde samen met het personeel en de militanten 5 maanden een harde, sociale strijd. Met resultaat. Je leest zijn verhaal hier.  

In welk nest ben je geboren?  

Ik kom uit een groot gezin van 15 kinderen. Over politiek of vakbond werd er thuis niet gesproken. Dat is pas ter sprake gekomen toen ik bij de vakbond ben gegaan.  

Ben je meteen beginnen werken in de Renault fabriek?  

Ik ben op 18 jaar begonnen bij Renault. Het jaar voordien startte ik er als jobstudent. Ik had loodgieterij gestudeerd. Ik wou bij Renault werken op de onderhoudsdienst, maar dat is niet doorgegaan. Men zag meer het fijne werk in mij, de afwerking van de paviljoenen van de wagens. Ik ben begonnen in de montage-afdeling Sellerie en gebleven.  

Je maakte de gouden tijd mee van Renault.  

Dat was inderdaad de gouden tijd. Maar er was ook veel verloop. We zijn in 1971 begonnen met 20 mensen, na 14 dagen bleven er nog maar 5 à 6 mensen over. Weinig mensen waren bereid om uren bandwerk, of kettingwerk zoals wij dat noemen, te verrichten. Toen ik begon te werken, was er nog sprake van een 42-uren week. Ik heb nog 6 zaterdagen gewerkt. Ook op kerstavond en nieuwjaarsavond werd er gewerkt. Dat was minder prettig.   

Ze stelden hoge eisen aan hun personeel?  

Ja. Renault stond bekend als een goeie werkgever met mooie lonen. Maar je moest ook wel uit uw pijp komen. 

Wanneer ben je dan delegee geworden?  

In 1971 kwam ik pas van school, ik wist niets af van de vakbond. Ik ben pas in 1973 lid geworden van de vakbond. In 1975 waren het sociale verkiezingen. Ik ben toen voor het eerst opgekomen voor de jongeren als lijstduwer en ben toen ook als eerste plaatsvervanger verkozen voor de ondernemingsraad. Ik heb dan vorming gevolgd in Melreux. 4 jaar later werd ik opnieuw verkozen als effectief lid in de Ondernemingsraad. Dan is het redelijk snel gegaan. Einde jaren ’80 heb ik mijn eerste stappen gezet als hoofddelegee en vanaf 1990 ben ik de Europese Ondernemingsraad en het beperkt Europees comité als adjunct-secretaris binnengestapt. 

Was het gemakkelijk die eerste jaren als delegee?  

De toenmalige hoofdvakbondsafgevaardigde ging samen met enkele afgevaardigden op brugpensioen. We zijn met een bijna volledig nieuwe syndicale ploeg van start gegaan. Een goed werkende syndicale delegatie was van groot belang in een onderneming als Renault met meer dan 3000 werknemers. Wij zijn begonnen met onze jongeren meer te betrekken bij onze dagelijkse werking, zodat zij zich ook nuttig voelden. Wij hielden meer vergaderingen met de militanten, zodat zij de gekregen informatie konden doorspelen aan de kameraden op de werkvloer. Er werd meer ingezet op ledenwerving en wij hielden meer personeelsvergaderingen in de onderneming, met tegenzin van de Directie. Dit alles heeft geleid tot een hechte groep, maar vooral een goed werkende jongerenploeg. We kregen het vertrouwen van het personeel. 

Plots werd er een sluiting aangekondigd in 1997. Had je het zien aankomen?  

Helemaal niet. Naar jaarlijkse gewoonte organiseerde de directie van Renault België het feest van de arbeid. De werknemers met vele jaren dienst werden uitgenodigd. Premier Jean-Luc Dehaene was ook aanwezig. Er was toen al iets aan gaande. De directie kwam met mondjesmaat binnen, dat was niet de gewoonte. De directeur Gharsmuyer hield zijn toespraak voor de gevierden en feliciteerde hen voor hun jarenlange inzet. Men moet het maar durven 5 dagen voor een sluiting. Ook premier Dehaene was niet in normale doen. Hij kwam apart binnen, gaf geen toespraak en nam ook niet deel aan de feestmaaltijd. Na de ceremonie sprak ik iemand van de directie  hierover aan, maar die heeft dat weggewoven. Ik heb meteen Karel Gacoms verwittigd: “Er hangt iets boven ons hoofd”. We zagen de dagen daarop veel gebeuren, maar er werd ons niets gezegd.  Ik ben verschillende keren naar de directie geweest, maar er was zogezegd geen vuiltje aan de lucht.  Tot de bewuste 27 februari.  

De dag van de sluiting… 

Iemand van onze mensen belde me ’s morgens op: “Raymond er klopt daar iets niet. Er staan daar veel vrachtwagens, klaar om de wagens op te laden.” Ik ben toen meteen naar de directie gegaan, maar die bleven ontkennen. De militanten van  het ABVV en ACV hebben toen meteen de terreinen bezet. Daarop heeft de directie ons teruggeroepen. Er ging een speciale ondernemingsraad van start om 15 uur.  

En toen kwam de boodschap.  

De ondernemingsraad ging pas een uur later door. Niemand hield rekening met een sluiting. Men had nog maar pas investeringen gedaan van 8 miljard Belgische Frank. We dachten dat ze inleveringen van het personeel gingen vragen. Men zei koudweg dat men Renault Vilvoorde ging dichtdoen en dat was het dan. Je probeert als delegatie natuurlijk om de beslissing terug te draaien, maar daar wou de directie niet naar luisteren.  De pers was onderwijl al ingelicht, met als gevolg dat de mensen in het bedrijf het eerder wisten dan wij. Wij zaten nog op de ondernemingsraad, toen de mensen het nieuws via de radio hoorden.  

Dan moesten jullie het personeel officieel nog gaan inlichten over de genomen beslissing? 

De directie was niet geneigd om naar het personeel te gaan, als secretaris van de ondernemingsraad nam ik de taak op mij. Je kan de reactie van het personeel naar mij toe wel inbeelden.  

Wat er volgde was een lange periode van sociale strijd 

We zijn onmiddellijk met een delegatie naar het gemeentehuis van Vilvoorde getrokken. Het Pikket was er al, de wagens werden geblokkeerd op het terrein. Maar er was nog geen structuur. We organiseerde de ene betoging na de andere en legden contacten met de Franse en Spaanse vakbonden.  

Hoe organiseerde je het pikket?  

We hadden een pikket in Machelen, een pikket van 50 à 100 mensen, die daar gedurende 5 maanden dag en nacht zijn geweest. Zij werkten in ploegen. We hadden ook een pikket in Wavrien. Aan de piketten stonden militanten, maar ook gewoon leden van de drie vakbonden. Die hebben dat voortreffelijk gedaan. We probeerden daar structuur in te brengen door een aantal mensen verantwoordelijk te maken, zodat er geen vernielingen of diefstallen zouden zijn.  

Hoe leid je dat alles in goede banen?  

Na elke vergadering werd het personeel zo vlug mogelijk ingelicht. Zij hadden recht op snelle en correcte informatie. Wij vonden het heel belangrijk dat onze mensen de informatie niet opnieuw langs derde hand moesten vernemen. Dit heeft vertrouwen gewekt bij het personeel. Op onze personeelsvergaderingen waren er gemakkelijk 1000 mensen aanwezig.  

Had u het anders aangepakt, indien u er nu op terugkijkt? 

Ik heb daar dikwijls over nagedacht. Maar ik ben er van overtuigd dat we alles gedaan hebben wat we konden. Het was emotioneel zwaar, je bent er constant mee bezig.  Je gaat er mee slapen en je wordt er mee wakker. Het beste sociaal plan was voor ons tewerkstelling en het behoud van loon. Elke kans die we kregen, hoe klein ook, hebben we gegrepen. 

Met resultaat 

Toen het sociaal plan was ondertekend, hadden we een financiële vergoeding voor de mensen die elders gingen werken bovenop hun ontslagvergoeding, de mogelijkheid tot brugpensioen en een tewerkstellingscel betaald door Renault. De tewerkstellingscel zorgde dat nagenoeg iedereen terug tewerkgesteld was. Uiteindelijk is de directie ook akkoord gegaan met een tewerkstelling op de site voor 400 mensen. De gemiddelde leeftijd van de werknemers was 45 jaar. Het zou niet gemakkelijk geweest zijn om op die leeftijd nog werk te vinden op de arbeidsmarkt. Probleem was dat we niet konden zeggen hoe lang die activiteit kon duren. Daar zijn velen op afgeknapt. Gelukkig hebben de mensen op de site kunnen werken tot het einde van hun carrière. Ook ik heb er gewerkt tot mijn 58 jaar. Ex- medewerkers kwamen achteraf tegen mij zeggen: “Hadden we geweten dat we nog 10 jaar voor Renault konden werken, kozen we niet voor het geld.”  

De wet Renault is toch een verwezenlijking   

Positieve aan de wet Renault, men kan niet meer van de ene dag op de andere het bedrijf sluiten. Men is verplicht om het personeel in te lichten via de ondernemingsraad en men is deels verplicht om andere mogelijke oplossingen te zoeken… (stilte) Maar dit neemt niet weg dat men dikwijls blijft bij de beslissing van sluiting.   

Wat is het verschil met 20 jaar geleden?  

We hebben in die tijd te weinig steun gekregen van de overheid. Vandaag zie je toch dat de overheid geleerd heeft uit zijn fouten: bij de sluiting van Opel, Volkswagen en Ford Genk heeft de overheid zich toch meer ingezet. Daarnaast stel ik vast dat delegees op de werkvloer geen persoonlijk contact meer hebben met hun militanten. Alles gebeurd via email. Ik heb daar toch gemengde gevoelens bij. Er is geen mogelijkheid meer tot discussie. Via mail is het moeilijk om mensen in beweging te krijgen.  

Welke boodschap wil je meegeven aan de jonge mensen? 

Wat wij in vijf maanden hebben gepresteerd, daar mogen we fier over zijn. Maar bij mij gaat de fierheid vooral naar onze mensen die daar 4 à 5 maanden pikket hebben gestaan, die duizenden mensen die zijn gaan betogen in Parijs, Brussel, enz. Zonder de steun van militanten en personeel hadden we nooit tot dit resultaat kunnen komen. We hebben die mensen nooit kunnen bedanken. Zonder de steun van militanten is een syndicale afvaardiging niets. De vakbond zijn onze leden en de militanten, de werknemers. 

Raymond bij herdenking sluiting Renault