Ook VDAB niet klaar voor beperking werkloosheid in tijd: een ticketje voor een jobbeurs is geen passende job.

21 mei 2025  - Persbericht  - Werkloosheid
Image
vdab

Bijna 30.000 Vlaamse werkzoekenden dreigen op 1 januari 2026 hun uitkering te verliezen. Vanaf 1 juli, binnen een dikke maand dus, moet de VDAB hen informeren en bijstaan om alsnog aan een job te geraken. Duidelijke regels blijven echter uit. De Brusselse en Waalse arbeidsbemiddelingsdiensten trokken al aan de alarmbel en noemen de timing onhaalbaar. Nu blijkt ook VDAB niet klaar om haar rol binnen de voorziene termijn op te nemen.

Het meest frappante voorbeeld: het ‘ultieme jobaanbod’ dat het federaal regeerakkoord voorziet, blijft voorlopig dode letter. VDAB kan momenteel geen garantie geven dat er op het einde van de werkloosheidsperiode zo’n vacature van de laatste kans zal worden aangeboden. Het enige concrete initiatief tot nu toe? Werklozen die hun uitkering dreigen te verliezen, krijgen een ticketje voor een jobbeurs. Dat blijkt uit een toelichting die VDAB vorige week gaf aan de sociale partners, die zetelen in de raad van bestuur. 

Lachen met de mensen

“Dit is lachen met de mensen. Een ticketje voor een jobbeurs is geen passende job,” zegt Miranda Ulens, algemeen secretaris van het Vlaams ABVV. “Als dit zo uitgevoerd wordt, stevent VDAB af op schuldig verzuim inzake haar maatschappelijke opdracht.”

De politieke redenering achter de beslissing om de werkloosheidsuitkering in de tijd te beperken was nochtans eenvoudig: er is werk genoeg, dus wie na uiterlijk twee jaar een ultiem aanbod weigert, verliest de uitkering. Maar nu die logica moet worden waargemaakt, blijkt dat niemand kan garanderen dat zo’n ultiem aanbod er effectief zal zijn. Dit ondanks de extra middelen die de federale overheid voorziet voor de sociale economie en het grote aantal openstaande vacatures. 

De reden daarvoor is eenvoudig. De mismatch tussen vraag en aanbod op onze arbeidsmarkt is het echte probleem, en die weegt zwaarder dan de vraag of werkzoekenden gemotiveerd zijn. Achter de groep werkzoekenden die nu geviseerd wordt, schuilen drempels zoals laag opleidingsniveau, gebrek aan kinderopvang, beperkte mobiliteit, een handicap, discriminatie, te weinig aangepaste jobs, slechte arbeidsomstandigheden, en meer. Dat los je niet op met sancties.

Potdoof

“De Vlaamse regering blijft potdoof voor de simpele waarheid dat dreigen met een deadline mensen niet aan het werk helpt,” vervolgt Miranda Ulens. “VDAB moet begeleiden, ondersteunen, mensen matchen met een passende job. Niet doodleuk melden: uw uitkering loopt af, trek uw plan.” 

Het ontbreken van de garantie op een vacature aan het eind van de rit is niet het enige probleem in aanloop naar 1 januari. De informatie die werkzoekenden moeten krijgen, blijft voorlopig onduidelijk. Dat geldt ook voor wie al midden in een traject naar werk zit. Zo is het nog steeds onzeker of wie vandaag een langere opleiding volgt naar een knelpuntberoep, die opleiding volgend jaar wel mag afmaken. Wie daar vragen over stelt, krijgt steevast het antwoord: “we weten het niet.” 

Ook voor wie in stages en werkervaringsmaatregelen zit, zoals IBO of werkplekleren, is verre van zeker dat deze met behoud van uitkering zal kunnen worden afgemaakt. Vaak lopen die immers langer dan de uitkeringsperiode waarop de persoon in het nieuwe systeem recht zal hebben. 

Arbeidsmarktbeleid

Dit gaat over mensen die reeds een engagement hebben van een werkgever om hen aan te werven, maar die nog een korte weg te gaan hebben om de competenties op peil te krijgen. En het gaat over werkgevers die ondersteuning krijgen om een werkloze een kans te geven. Zowel de betrokken werkloze als het bedrijf dat hen aan boord wil, dreigt nu dus de dupe te worden.

“Het is nodig om het volledige Vlaamse arbeidsmarktinstrumentarium te herbekijken in het licht van de impact van de beperking van de werkloosheidsuitkeringen,” besluit Miranda Ulens. “Zo niet, zullen de problemen op de arbeidsmarkt alleen maar groter worden. Opleidingsdeelname zal opdrogen, werkervaringsmaatregelen zullen leeglopen. En dat helpt niemand vooruit.”